Hannover | Metrostation HBF
Ontwerp voor een modern metrostation
Het architectenbureau Bünemann & Collegen uit Hannover en het lichtontwerpbureau Studio DL uit Hildesheim hebben gezamenlijk een ontwerpvoorstel ontwikkeld voor het ondergrondse station van het centraal station van Hannover voor een beperkte ontwerpwedstrijd. De Infrastrukturgesellschaft Region Hannover GmbH koos als opdrachtgever voor ons gezamenlijk ontwerp.
Iedereen die ooit met de metro vanuit het hoofdstation van Hannover heeft gereisd, weet dat het 40 jaar oude metrostation aan vernieuwing toe is. Zowel de architectuur als de verlichting zijn onopgesmukt, puur functioneel en verouderd. Daarom was het voor het planningsteam vanaf het begin duidelijk dat het centrale idee de thema’s van de metro moest overnemen met een modern en dynamisch ontwerp. Daarom werden “verkeer” en “aangenaam wachten” als prioriteiten gekozen en aan elkaar gekoppeld.
Daartoe zijn verschillende architectonische elementen opnieuw gepland. De trap krijgt een spiegelend plafond en lichtgevende “lichte treden”, waardoor een gastvrije ruimte ontstaat in het lichte station. De voorgestelde nieuwe vloer is een lichtgekleurde, keramische, zeer resistente tegelbekleding, gelegd in een bandvormig patroon en dwars op de rijrichting. De kolombekleding van de zeshoekige betonnen steunen wordt een lichtgekleurde, ovale plaatbekleding in de rijrichting. Hier zouden de 18 papiermanden in de bekleding kunnen worden geïntegreerd. De informatie- en wachthokjes die door de tegenover elkaar liggende paren muren worden gecreëerd, bieden zitplaatsen en informatie – geen reclame! In het midden van het station worden reclameborden geplaatst die van beide zijden zichtbaar zijn. Ten slotte is het voor het planningsteam bijzonder belangrijk dat het kunstwerk van Dewasne behouden blijft, omdat het herinnert aan het begin van de metro in Hannover en bovendien van bijzonder hoge kwaliteit is.
Helderheid en hoogwaardig design vormen dus de basis, waardoor een lichte en heldere sfeer ontstaat. Aangezien de verlichting in wezen de verblijfskwaliteit bepaalt, speelt het verlichtingsconcept hier een essentiële rol. Verblinding en reflecties moeten worden vermeden, zodat architectuurgerelateerde verlichting is ontwikkeld.
Het voorstel bevat een verlichtingsconcept dat uit vier elementen bestaat:
1. Dubbele booglijnen in het midden van het platform:
De verlichte dubbele booglijnen langs het midden van het platform ondersteunen de ruimtelijke dynamiek en oriëntatie. Door ze tot bogen te vormen en ze met licht te onderschilderen, wordt een visuele hoogte gecreëerd die in werkelijkheid niet bestaat.
2. “Lichtbakken” als informatie- en wachtzones:
De dubbele booglijnen worden onderbroken door de “lichtbakken”. Het zijn wacht- en informatiepunten met verlichte glazen schappen en cilindervormige lichtdoorvoeren in het plafond.
Op de voorgestelde schermen kan inhoud van diverse aard worden afgespeeld:
– Stadsnieuws
– cultuur
– wereldgebeurtenissen
– sport enz.
3. 4 tongewelven boven de platforms:
Boven de perrons worden niet-verblindende verlichte tongewelven voorgesteld, waardoor een verticale ruimtelijke versterking ontstaat. Tegelijkertijd benadrukken hun lengte en vorm de dynamiek van het hele station. Een belangrijk neveneffect: de schelpvorm is ontworpen om akoestisch zeer effectief te zijn.
4. Verlichting van het 2 x 100 meter lange kunstwerk van DEWASNE:
Het kunstwerk van Dewasne op de buitenmuren van het station wordt verlicht door armaturen met een hoge kleurweergave en een speciaal voor het kunstwerk geselecteerd lichtspectrum. Zo komen de kleuren weer tot leven en wordt het schilderij qua vormgeving het middelpunt van het station. Dit kan nog worden versterkt door het feit dat de kunstverlichting dynamisch wordt gestuurd, zodat de desbetreffende lichtrail een golf van licht voor zich uit beweegt.
Het is nog niet duidelijk wanneer de vernieuwing precies zal plaatsvinden. In ieder geval zal het nieuwe ontwerp ons de huidige keldersfeer doen vergeten.